Terug naar de kaart van Europa

Kustoverstromingen

Venetië, testcase voor zeespiegelstijging

De gemiddelde zeespiegel in de Middellandse Zee zal naar verwachting met 5 cm/decade gaan stijgen. In het jaar 2100 zal de gemiddelde zeestand ongeveer 50 cm hoger staan dan nu (met een onzekerheidsband van 20-86 cm). De delen van de Middellandse Zee waar deze stijging de grootste gevolgen zal hebben, zijn de Nijldelta, Venetië en Thessaloniki.

In de lagune van Venetië heeft men vanaf de 15e eeuw met civieltechnische werken de riviermondingen van de lagune naar de zee weten te verleggen. Zo hield men de structuur van de stad met zijn beschermingsmuur van water overeind, hetgeen van belang was om de stad te kunnen verdedigen en om de strategische positie van Venetië als havenstad te kunnen handhaven. Door ingrepen in de afgelopen eeuw is steeds meer water de lagune in en uit gaan stromen. Grote delen van de schorren erodeerden, geulen schuurden uit, stromingen werden steeds sterker en de stad werd kwetsbaarder ten opzichte van de zee.

Venetië wordt gezien als testcase voor het omgaan met de zeespiegelstijging. Ook al wordt de situatie in de media af en toe overdreven, de frequentie waarmee grote delen van de stad onder water loopt, is in de tweede helft van de vorige eeuw fors toegenomen, zowel door bodemdaling als zeespiegelstijging. In de periode 1950-1970 daalde de bodem van de stad met 7 mm/jaar door het onttrekken van zoetwater uit de ondergrond. De belangrijkste reden van de frequente overstroming van Venetië is echter de combinatie van wind en lage luchtdruk.

Al in de 19e eeuw werd gestudeerd op technische oplossingen om de frequente overstromingen van de stad (de 'acqua alta') tegen te gaan. In 2003 is het MOSE project gestart, de aanleg van een waterkering met sluisdeuren die de lagune bij een hoge zeestand van de Adriatische Zee kunnen afsluiten. De kering wordt waarschijnlijk in 2011 in gebruik genomen.