Terug naar de kaart van Europa

Klimaatverandering

Sneller dan wereldgemiddeld

Gemiddeld is de temperatuur in de Alpen in de afgelopen eeuw met ruim 1,5 °C gestegen, meer dan twee keer de wereldgemiddelde opwarming. In de Alpen zullen de winters naar verwachting iets warmer worden en zal er meer neerslag vallen. De zomers worden naar verwachting veel warmer en droger dan nu.

Ook deze eeuw zullen de Alpen naar verwachting sneller opwarmen dan de aarde als geheel. Tot 2050 zijn de verschillen in opwarming tussen de noordkant en de zuidkant van de Alpen gering: voor Zwitserland, bijvoorbeeld, wordt een gemiddelde stijging van de wintertemperatuur verwacht van 1.8 °C aan zowel de noord- als zuidkant, en van de zomertemperatuur van 2.7 °C aan de noordkant en 2.8 °C aan de zuidkant. In 2050 zullen de kleine gletsjers waarschijnlijk zijn verdwenen en de grote gletsjers met 30 tot 70% in volume zijn gekrompen.

Landbouw

Een beetje opwarming heeft voordelen, teveel is negatief

De directe gevolgen van klimaatverandering voor de toekomst van de agrarische sector in de Alpen zijn moeilijk in te schatten. Onder de huidige omstandigheden zou een gematigde opwarming van hooguit 2 tot 3 °C voor de Zwitserse landbouw en veeteelt waarschijnlijk positief uitpakken. Door het langere groeiseizoen zullen de weilanden een hogere productie opleveren en zal ook de opbrengst van de akkerbouw stijgen. Dan moeten er echter wel voldoende water en voedingsstoffen beschikbaar zijn. Ook voor de veeteelt zijn de voordelen groter dan de nadelen. Bij een verdere opwarming met meer dan 2 tot 3 °C rond 2050 gaan de nadelen overheersen.

Efficiënt gebruik van irrigatiewater wordt van steeds groter belang. Nieuwe soorten zullen worden geselecteerd die beter tegen de nieuwe omstandigheden bestand zijn. Met een mix van verschillende gewassen kunnen risico’s van oogstverliezen worden verkleind. Deze strategie van risicospreiding helpt ook om de toenemende schade van ziektes tegen te gaan. Verwacht mag worden dat meer boeren zich tegen schade door extreem weer zullen verzekeren.

Gevaren

Meer massabewegingen door smelten permafrost

Door de opwarming gaat het permafrost in de bergen smelten waardoor berghellingen instabiel worden en de kans dat rotsblokken naar beneden storten groter wordt. Ook worden dorpen en infrastructuur kwetsbaarder voor gevaren zoals overstromingen, lawines, aardverschuivingen en modderstromen. Dit komt doordat de intensiteit van regen- en sneeuwval toeneemt en de grens van de permanent bevroren ondergrond in de bergen hoger komt te liggen.

De hete zomer van 2003 is een voorbeeld van wat ons te wachten staat: als gevolg van de extreem hogere temperaturen kwamen op veel plekken rotsblokken naar beneden. Hierdoor moesten op de Matterhorn 90 mensen in veiligheid worden gebracht. Puinstortingen en aardverschuivingen op nog grotere schaal zijn te verwachten als de ondergrond tot nog grotere diepte en voor langere tijd ontdooit.

Het Zwitserse dorp Pontresina ligt aan de onderkant van een bergwand waarvan de bevroren ondergrond (met los maar bevroren puin) begint op te warmen. De Zwitsers hebben gekozen voor een proactieve benadering om zich tegen de gevolgen van klimaatverandering te beschermen. Begin deze eeuw hebben zij op de helling een dam gebouwd die massabewegingen tot 100.000 m3 steen of 250.000 m3 sneeuw tegen moet kunnen houden. Als het om het gevaar van massabewegingen gaat, is Pontresina geen uitzondering. In Oostenrijk ligt 75% van de gemeenten in het risicogebied van aardverschuivingen, overstromingen en lawines. De risico’s zullen door de klimaatverandering toenemen. Oostenrijk besteedde in 2005 122 miljoen euro aan preventieve maatregelen tegen deze gevaren.